Roba © Visual News

Biografie

Jean Roba, geboren op 28 juli 1930 in Schaarbeek, tekent al van kindsbeen af. Hij begint in de reclame, waar hij als illustrator werkzaam is, en wordt vervolgens studiochef.

Een vriend introduceert hem bij Dupuis, waar hij in 1957 illustraties gaat maken voor de weekbladen SPIROU/ROBBEDOES en BONNES SOIRÉES.

Na zich te hebben warmgelopen met twee "Oom Wims", in samenwerking met Paape, maakt hij een volledig verhaal met zijn eerste eigen personage, "Tioe, de kleine Sioux", en begint op het atelier van Franquin, met wie hij drie verhalen maakt over "Robbedoes en Kwabbernoot" voor het dagblad LE PARISIEN LIBÉRÉ.

Daarnaast maakt hij in 1959, naar een scenario van Maurice Rosy, de eerste avonturen van "Bollie en Billie" in een micro-verhaal "Bollie (en Billie) tegen de mini-haaien". Bollie is geïnspireerd op zijn zoon Philippe, bijgenaamd Boule, Billie op zijn cockerspaniël Bill. Na een eerste proefverhaal krijgen Bollie en Billie een definitieve status als personages met een wekelijkse gagpagina. Dit ritme zal de artiest bijna twintig jaar lang volhouden. In die periode gunt hij ze maar één lang vervolgverhaal ("Globetrotters", in 1982). Eind jaren '80 verhuizen Bollie en Billie naar Dargaud, waar zij, in een iets rustiger tempo, de duizend gags zullen overschrijden.

In zijn productievere jaren, als hij in de kracht van zijn leven is, zal Roba talrijke illustraties maken voor ROBBEDOES, en van 1961 tot 1965 op de cover de grote series van het weekblad aankondigen. Hij maakt "De Sliert", zes lange verhalen op scenario van Vicq en Tillieux en creëert het kleine meisje "Pomme" voor het maandblad RECORD in 1962. Af en toe trakteert hij zichzelf op een kort compleet verhaal voor de Robbedoes-specials, waarin hij andere grafische wegen verkent en personages creëert waarmee hij tot zijn spijt meestal niet door kan gaan.

Het toenemende succes van "Bollie en Billie" dwingt hem "De Sliert" op te geven en het bij de aanzet tot enkele platen te laten van "Les Frères Fratelli", "Jo Toubib et son boy Esculape", "Les Cinq petits anges du Paradis", "La Naissance d'un fantôme". In 1977 wekt hij even Adam in het paradijs tot leven in drie korte verhalen over "Le Sixième jour" voor LE TROMBONE ILLUSTRÉ, een bijlage van SPIROU die helaas maar kort heeft bestaan.

In 1999 presenteren Uitgeverij Dupuis en Dargaud, ter ere van het veertigjarig bestaan van Bollie en Billie, gezamenlijk de complete uitgave van de gags in 27 albums in chronologische volgorde. Het jongetje en zijn hond die nooit ouder worden, hebben inmiddels de grens van 25 miljoen verkochte albums in Frankrijk en België gepasseerd. Ze worden in een stuk of twaalf talen vertaald en illustreren alle mogelijke producten overal ter wereld.