Le Gall

Biografie

Frank Le Gall, geboren op 23 september 1959 in Rouen, begint op zijn zestiende voor het milieublad PISTIL aan een humoristische reeks te werken.: "Pouce de plein vent".

Met de scenarist Alain Clément creëert hij vervolgens de jazzsaxofonist "Toon Toeter" in korte detectiveverhalen in ROBBEDOES.

En dan... is het pauze. Eén heel jaar zonder strips! Het is alsof de reislustige artiest er in dit jaar vrijaf genoeg van heeft als het ware alleen maar langs de kust te varen en al zijn moed bijeen raapt om echt op weg te gaan, om zich in te schepen op het grote schip en zich in het echte avontuur te storten, het avontuur waarvan je als een compleet ander mens, of helemaal niet, terugkeert.

Scheppen en reizen zijn noodzakelijke levensbehoeften voor Le Gall, voor wie het schelmenverhaal een fantastische manier is om in zijn droombootje te vertrekken naar een plek van zijn keuze, in het tijdperk van zijn keuze. Zo ontstaat in 1984 een nieuw personage: "Theodoor Cleysters", in ROBBEDOES en naderhand te gast in de collectie Spotlight.

"Dat ik het Azië van de jaren twintig koos, was meer om lekker te kunnen fantaseren dan om een andere reden," zegt de auteur met nadruk. "Ik probeer niet waarheidsgetrouw te zijn, maar alleen geloofwaardig. Qua documentatie ben ik een prutser. Ik teken ook heel intuïtief en vertrouw op mijn indrukken. Mijn gevoelens van het moment zijn bepalend voor mijn tekeningen."

In 1985 begint hij een nieuwe korte reeks voor Glénat, met Yann als scenarist: "Yoyo". Daarnaast illustreert hij klassieke teksten in JE BOUQUINE. In 1989 wint hij met "Marie Rechtdoorzee", het derde deel van "Theodoor Cleysters", geschreven met Yann, De Prijs van het beste Album in Angoulême. De eerste grote cyclus van "Theodoor Cleysters" eindigt met het zesde deel: "Een passagier wordt vermist", in 1993 bekroond met De Publieksprijs in Angoulême.

Nu kan Le Gall zich in directe kleuren richten op de nostalgische verbeelding van de kindertijd van zijn personage in het Noorden van Frankrijk ("Rozendal", beloond met de eerste "Totem" van het beeldverhaal van de Salon du Livre de Jeunesse in Montreuil).

Sindsdien vervolgt Le Gall de grote avonturen van zijn held in zijn eigen tempo en neemt soms even afstand van deze sfeertekeningen door zich over te geven aan krankzinnige korte verhalen of af en toe een album te tekenen dat buiten elke norm valt, zoals "Catastrophes au pays du Père Noël" bij Delcourt.