Biografie
Lambil, geboren op 14 mei 1936 in Tamines, komt op zijn zestiende in dienst bij Dupuis... als letteraar, na een jaar gestudeerd te hebben aan de kunstacademie van Brussel.
Dankzij de broer van Joseph Gillain, Henri, die ook in Tamines woont, maakt hij kennis met de talentvolle schrijver van "Jan Kordaat" en "Jerry Spring". Lambil herinnert zich de anekdote die de kiem legde voor zijn carrière, nog goed: " "Alsjeblieft," zei Jijé tegen me, "teken mijn bril maar". En dat deed ik. Hij bekeek het resultaat en merkte glimlachend op: "Dat is een bril, maar niet mijn bril!" Een mooi lesje in goed kijken.
Hij is nog jong als hij het vak in de praktijk leert op het tekenbureau van Dupuis met het ontwerpen van lay-outs, het aanbrengen van correcties in de strips voor de reeks "Gag de Poche", en het maken van illustraties voor de bladen van het huis, zoals LES BONNES SOIRÉES.
Met de hulp van Henri Gillain voor het scenario van zijn eerste verhaal wordt hij in 1959 ten slotte regelmatig medewerker van SPIROU/ROBBEDOES met de avonturen van een jongetje en zijn kangoeroe, "Sandy en Hoppy". Zonder ooit in Australië te zijn geweest, zal hij er vijfentwintig (op basis van zijn uitgebreide documentatie) steeds authentieker aandoende episoden van maken.
Daarnaast tekent hij enkele Oom Wims en parodieert soms met veel plezier zijn eigen bijzondere wereldje met de dierenfantasieën van "Hobby", de kangoeroe en zijn vriendje Koala.
In 1972 zet hij na het overlijden van de tekenaar Louis Salvérius (Salvé), met succes "De Blauwbloezen" voort, een reeks die in 1968 was gestart door Salvé en de nog jonge scenarist Raoul Cauvin. Zo is hij verantwoordelijk voor het grafische levenslot van de twee kleurrijke hoofdpersonen, Blutch en Chesterfield, die rondtrekken in een wereld waar hij vrijwel niets van afweet! Maar dat is geen bezwaar: Lambil zal zich documenteren en stug doorzetten om het waagstuk tot een goed einde te brengen. Zijn nieuwe serie oogst zoveel succes dat hij Sandy tot zijn verdriet al gauw moet opgeven.
In de rubriek "Vrij Vel" van ROBBEDOES, schetsen Lambil en Cauvin in 1973 een parodistisch en nagenoeg autobiografisch personage: "Arme Lampil". Het succes ervan dwingt hen een serie te maken over de dagelijkse wederwaardigheden van een striptekenaar en zijn omgeving. Tal van anekdotes erin zijn meer dan authentiek! "In de loop van de jaren," vertelt Lambil ons in vertrouwen, "is het een soort catalogus van alle tegenslagen geworden die de auteurs van Dupuis overkomen."
De onfortuinlijke Lampil zal echter in 1995 na zeven albums verdwijnen, ten ondergegaan aan de groeiende vraag naar nieuwe episoden van "De Blauwbloezen", waarvan Dupuis tot nu toe meer dan vijftien miljoen exemplaren heeft verkocht!
Hij is nu al veertig jaar lang aan zijn tekentafel gekluisterd en een van de meest productieve tekenaars van het weekblad: bijna honderd platen per jaar. Aangezien ik thuis werk en lui van aard ben, heb ik snel een schuldgevoel. Daarom werk ik elke dag. En 's zondags breng ik correcties aan. De fabriek waar ik werk is inderdaad mijn eigen huis!"