Kox © JP Ruelle

Biografie

Daniel Kox, geboren op 4 februari 1952 in Ottignies, tekent al van kindsbeen af en krijgt adviezen van Jidéhem wanneer hij zich toelegt op een eigen stijl en vaste personages om er zijn beroep van te maken.

Op zijn achttiende weet hij zijn eerste pogingen gepubliceerd te krijgen in het maandblad SAMEDI-JEUNESSE. Twee jaar later wordt hij aangenomen door Dino Attanasio voor de potloodschetsen van zijn "Signor Spaghetti".

Maar de echte ommekeer vindt in 1974 plaats, als hij kennismaakt met Peyo, die hem bij ROBBEDOES introduceert. Een "Vrij Vel" markeert deze glorieuze mijlpaal.

In de mening dat zijn toekomst (haast) gebeiteld ligt in de persen van Marcinelle, wordt hij assistent van Francis ("Ford T") en blijft Raoul Cauvin met verzoeken bestoken tot deze de eerste gags van "Agent 212" voor hem schrijft. De brave man is aanvankelijk nog wat magertjes, maar begint al snel een prettige corpulentie te vertonen.

Terwijl Agent 212 in gewicht en zelfvertrouwen groeit, treedt Kox in 1978 in het huwelijk en maakt in zijn eentje een reeks halve platen, getiteld "De schobbejakken", in afwachting van het eerste album van zijn favoriete politieman. Dat zal er in 1981 komen, maar de inhoud van het allereerste deel wordt in de koelkast gezet, zodat de reeks kan beginnen met de latere versie van de agent, om de lezers, die inmiddels gewend zijn aan de uitbundige vormen van de parel van het politiebureau, niet teleur te stellen. (Kox zal later de voornaamste verhalen van dit begin hertekenen en zijn hoofdpersoon de vereiste afmetingen en diepte verlenen.)

Het is vrijwel meteen een succes en de toch al overwerkte tekenaar laat zijn "Schobbejakken" aan hun trieste lot over om zich volledig te concentreren op een reeks waarvan hij het ritme van één album per jaar al moeilijk kan volhouden, want voor iemand die van fietsen houdt, bestaat het leven niet alleen uit tekenen!

Kox is zijn creatie maar één keer ontrouw geweest, en wel in het begin van de jaren negentig: toen illustreerde hij een paar "Chansons cochonnes" (Vieze Varkens, Arboris) voor Uitgeverij Top Game, van zijn vriend Louis-Michel Carpentier.