Biografie
Werner Goelen, alias Griffo, wordt geboren op 21 mei 1949 in Wilrijk, nabij Antwerpen. Na zeven jaar kunstacademie woont hij drie jaar in een kunstenaarsgemeenschap, waar hij het beeldverhaal ontdekt via het undergroundblad dat deze uitgeeft: SPRUIT. Daarnaast levert hij karikaturen en illustraties aan de bladen MIMO, EXTRA en HUMO.
In 1975 neemt Griffo voor KUIFJE de reeks "Ton en Tinneke", een creatie van Franquin, over. Maar deze schrede op het humoristische pad kan hem nauwelijks overtuigen. Hij wendt zich tot de reclame en waagt zich op het terrein van de erotische tekening voor uitgeverij Biofot.
Na vele omzwervingen keert hij terug tot het realisme en uitgever Michel Deligne, met "L'ordre du Dragon noir" (1982), een avontuur van Bob Wilson. Het is een voorloper van de serie "Munro" die hij daarna lanceert bij Dupuis met scenarist François Di Giorgio. André Taymans neemt het van hem over in het vierde en laatste deel.
Philippe Vandooren, toenmalig hoofdredacteur van SPIROU/ROBBEDOES, stelt hem voor de afgeronde verhalen van "S.O.S. Geluk" te tekenen, bedacht door Jean Van Hamme naar een project voor een televisieserie dat niet van de grond was gekomen. Deze trilogie zal in 1988 de start vormen van de collectie Vrije Vlucht, waar Griffo in 1994 terugkeert met een fantastisch tweeluik op scenario van Jean Dufaux: "Mister Black".
De strip voor volwassenen trekt meer en meer. Hij concentreert zich vooral op de scenario's van Jean Dufaux en lanceert achtereenvolgens de reeksen "Beatifica Blues" (1986, drie delen bij Dargaud), "Samba Bugatti"(1992, vier afleveringen bij Dargaud), "Giacomo C." (1988, een tiental delen reeds bij Glénat).
De onvermoeibare Griffo werkt ook met Patrick Cothias aan het historisch epos "Cinjis Qan"(1996, drie delen bij Glénat) en in de collectie Getekend van Lombard aan "Het pension van dokter Eon" in 1998, en met Swolfs aan "Vlad" voor dezelfde uitgever.