Graton (Jean)

Biografie

Jean Graton, geboren op 10 augustus 1923 in Nantes, groeit op te midden van veel geronk en geknetter: zijn vader is namelijk commissaris van de motorclub van Nantes en organiseert races.

Al snel wordt hij echter met de schaduwzijde van het leven geconfronteerd. Zijn moeder sterft als hij elf is en zijn vader wordt enkele jaren later tijdens de Duitse invasie gevangengenomen. Om te overleven gaat de kleine Jean op zijn zeventiende op de scheepswerven van de stad werken. De arbeidsomstandigheden zijn erbarmelijk, de leefomstandigheden ongezond, de chefs bekrompen en autoritair en hij heeft maar één wens: wegwezen.

Kort na de bevrijding vervult hij in Angers zijn militaire dienst en zijn tekentalent bewijst dan goede diensten: men vraagt hem de zalen van de mess te versieren. Hij wil er zijn beroep van maken en gaat in 1947 naar Brussel, waar een tante van hem woont. Hij volgt avondcursussen reclame en maakt illustraties voor een studio die al snel het reclamebureau van het blad LES SPORTS wordt. Zijn bestemming krijgt contouren.

Gespecialiseerd in sportonderwerpen, gaat hij bij agentschappen langs om afzet voor zijn werk te vinden en belandt zo op een dag bij de World Publicité Press, waar hij ontvangen wordt door Jean-Michel Charlier. De "Oom Wims" zijn net begonnen in ROBBEDOES en de kleine firma zoekt tekenaars. Graton is een paar dagen bezig de platen van Victor Hubinon te inkten om te laten zien wat hij kan. Daarna krijgt hij zijn eerste scenario's te illustreren. Hij vervaardigt er in korte tijd een stuk of twintig, totdat men hem dwingt zijn enthousiasme te temperen, want de wekelijkse publicatie kan deze productie niet aan!

Dan besluit hij bij de rechtstreekse concurrent, het blad KUIFJE, aan te kloppen, waar ze net op het idee zijn gekomen om deze successerie te gaan imiteren: hij mag een sportief verhaal gaan maken ("La Première ronde", 1953). Het bevalt de uitgever, Raymond Leblanc, maar de publicatie veroorzaakt wel een kleine orkaan. "Ik had in dezelfde week een verhaal in ROBBEDOES en één in KUIFJE, herinnert Graton zich. We waren maar onbeduidende tekenaartjes, maar dat was al een schandaal. Ik moest kiezen..."

Leblanc komt al snel met een exclusiviteitscontract op de proppen en belooft hem dat hij binnen vijf jaar in een Ferrari rond zal rijden. En dat gebeurt inderdaad... maar het wordt een ritje in de Ferrari van de baas!

Graton maakt het ene realistische kortverhaal na het andere en stelt in 1956 zijn hoofdredacteur voor een autocoureur in het leven te roepen die met enige regelmaat ten tonele zal verschijnen. Een halve eeuw later is deze "Michel Vaillant" nog steeds op de circuits te vinden en heeft zestig succesalbums op zijn naam staan.

Het publiek is al snel gewonnen voor het personage, het eerste grote vervolgverhaal wordt op poten gezet, al snel gevolgd door andere, en er ontwikkelt zich een heel universum rond de Vaillantfabrieken. Deze boeiende geromantiseerde reconstructie van de autoraces sinds de jaren vijftig vraagt bijna alle aandacht van de auteur. Toch weet hij daarnaast in 1966 nog een wat "gevoeliger" familiereeks te creëren, "Labourdet", voor het weekblad CHEZ NOUS.

In 1975 ontwikkelt hij een vrouwelijke tegenhanger van Vaillant, de motorrijdster "Julie Wood", die acht jaar later toe zal treden tot de wereld van Michel Vaillant, als de productie van deze laatste alle energie vraagt van de artiest en zijn assistenten (onder wie we korte tijd Michetz tellen en, wat langer, Scott Wood, Clovis en Christian Lippens).

Graton richt in 1981 zijn eigen uitgeverij op, Graton Éditeur, waar zijn zoon Philippe de touwtjes vast in handen heeft. Er gaat niets boven familie! Philippe Graton werkt overigens sinds 1994 aan de scenario's van zijn vader mee.