Biografie
François Gilson wordt op 16 november 1965 geboren te Arolsen, in Duitsland, waar zijn vader werkt die militair is. Maar in Luik, waar hij nu nog woont, legt hij zijn eerste proeve van bekwaamheid in het beeldverhaal af door samen met Clarke (op dezelfde dag geboren als hij) het fanzine CAFARD op te richten. Het is meteen een meesterschot: het bestuur van hun uiterst katholieke school kan hun bijtende spot niet erg waarderen en pakt het eerste het beste voorwendsel aan om hen van de school te verwijderen.
Op de koninklijke kunstacademie van Luik merkt Gilson dat hij weinig aanleg heeft voor tekenen, maar daarentegen een zeker genoegen beleeft aan het maken van scenario's. Patrick Pinchart, de toenmalige hoofdredacteur van Robbedoes, stimuleert hem hierin door te gaan, en Marc Hardy, de Luikse tekenaar van "G. Raf Zerk", is niet zuinig met goede raad.
Ondanks de steun van deze peetvaders is het een moeilijke periode: Gilson werkt hard, levert bijdragen aan het fanzine IMPAYABLE en publiceert samen met Clarke in 1987 zijn eerste album, "Rebecca - Bon anniversaire, Papy" bij de kleine plaatselijke uitgever Khani. Daarna gaat hij in dienst en rijdt daarvoor elke dag in een postwagen van België naar Duitsland en weer terug.
Maar hij houdt vol en wordt weldra een bekende gagman onder de hoede van het blad ROBBEDOES. Tussen veel sluimerende projecten door werkt hij samen met Serge Carrère ("Carmela"), Wilbur Duquesnoy ("Comiques Strips"), Glem ("Non-Sense"), Guilhem Bec ("La Tribu des Épithètes"), Gos en Walt ("De Melkwegers), E 411 ("Mike the Bike") en zelfs met zijn onafscheidelijke maat Clarke voor de waanzinnige stripjes van "Africa Jim".
In 1990 creëert hij "Garage Isidoor". De samenwerking met Olis wordt beklonken na een test die haast een inwijding kan worden genoemd: de tekenaar, die geen snars verstand heeft van auto's, waagt zich liever niet aan een serie waarin blijkbaar veel auto's voorkomen. Met de hand op het hart verzekert Gilson dat hij een specialist is. Toevallig blijkt Olis net pech te hebben met zijn auto. Gilson laat zich de symptomen uitleggen en diagnosticeert op zijn gevoel af dat het een probleem met de koppeling betreft, een diagnose die bij het eerste garagebezoek wordt bevestigd. Olis is overtuigd en stemt ermee in het tekenwerk te doen voor een reeks die door zo'n deskundige is ontwikkeld.
In 1995 zoekt Gilson zijn vriend Clarke weer op voor "Melisande" en kan eindelijk vrij baan geven aan die heiligschennende, onweerstaanbare innerlijke aandrift die sommige priesterlijke lezers van CAFARD de stuipen op het lijf joeg...
Met Bercovici verkent hij nu de wereld van de georganiseerde vakantie met zijn ontregelende "Cactus Club".
Gilson bereidt op het moment een realistische detective voor en droomt van een tekenfilm. Hij geeft toe dat hij graag vleugels zou hebben. Hij heeft al eens parachute gesprongen en zelfs "gebungeejumpt" van een hoogte van zestig meter. Lijkt dat niet het begin van een nieuwe gag?