Biografie
Jean-Claude Fournier, van Bretonse afkomst, wordt op 21 mei 1943 in Parijs geboren. Hij is geïnteresseerd in tekenen en toneelspelen, maar de lessen aan het Parijse lyceum Claude Bernard zeggen hem veel minder. Overdag krabbelt hij hele vellen papier vol en 's avonds volgt hij de toneelopleiding van Charles Dullin, van het T.N.P.
In 1965 ontmoet hij Franquin tijdens een signeersessie. Op diens advies laat hij zijn tekeningen zien aan de redactie van ROBBEDOES en in 1967 begint de korrigan (kwelgeest) van het bos van Broceliande "Bizu" er zijn loopbaan. De frisse tekeningen spreken Charles Dupuis aan. Hij vraagt hem Franquin op te volgen met "Robbedoes en Kwabbernoot". Van 1968 tot 1980 zal Fournier negen avonturen van deze helden afleveren. Zijn geliefde Bizu zal eronder lijden, omdat hij alleen nog incidenteel in korte verhalen opduikt, maar de kunstenaar neemt hem weer actief ter hand zodra hij het besluit heeft genomen de sprankelende piccolo aan anderen toe te vertrouwen.
Daarnaast illustreert Fournier vanaf 1975 geregeld de wedstrijden die door het dagblad OUEST-FRANCE worden georganiseerd en hij heeft veel gedaan voor de ontwikkeling van een echte Bretonse "school", door in zijn atelier in Rennes begaafde debutanten als Albert Blesteau, Jean-Luc Hiettre, Malo Louarn, Michel Plessix en nog vele anderen met raad en daad terzijde te staan.
Na diverse pogingen om "Bizu" weer op te pakken, eerst bij Éditions Fleurus, in 1986, daarna van 1990 tot 1994 bij Dupuis, stapt Fournier, samen met scenarist Zidrou, resoluut over op de gastronomische humor: hun "Kannibrallen" signaleren steeds meer geborrel in de kookpot en lijken verzekerd van een groot, langdurig succes.
Deze dichter, ecoloog van het eerste uur, die wordt aangelokt door de mysteries van het kleine volkje van de wouden, woont nu aan de kust van het Bretagne dat hij boven alles liefheeft.