Bourhis

Biografie

Hervé Bourhis, geboren in 1974 te Chambray-lès-Tours, raakt al heel jong in de ban van de wereld van de superhelden, die hij in 1984 ontdekt in het maandblad Strange. Op zijn zevende schrijft hij zijn eerste stripscenario: 'Goldorak en de geleerden van Wachigtone', dat, misschien door de aarzelende spelling, nooit wordt uitgegeven. Op zijn zestiende geeft zijn leraar beeldende kunsten hem te verstaan dat strips voer zijn voor domoren. Zijn studie verandert daarna in één grote kwelling, die voortduurt tot in 1997. Als hij in 1999 grafisch werk gaat doen op internet, krijgt hij nieuwe hoop en vlamt zijn oude enthousiasme voor het stripverhaal weer op.

Een eerste lichtpuntje in 2002: hij slaagt erin zijn eerste album, 'Thomas ou le retour du tabou', gepubliceerd te krijgen bij Les Humanoïdes Associés; het levert hem in dat jaar de Prix Goscinny op voor de beste 'jonge' stripscenarist van het jaar.

Na zijn ontmoeting met R. Spiessert werken beiden aan een reeks voor Dargaud in 2003 ('Le Stéréo Club'), met onderwerpen die raakvlakken hebben met zijn dagelijkse bezigheden ('Britney Forever', en vervolgens 'Chante pour moi').

Maar zijn diepste wens, verhalen vertellen over superhelden of vikingen, blijft knagen. In de collectie Expresso van Uitgeverij Dupuis kan hij die uiteindelijk ten dele vervullen met de serie 'Comix Remix' ('Feu Mister Mercure') in 2004. En voor dezelfde reeks werkt hij, behalve aan het vervolg op deze krankzinnige avonturen van onalledaagse personages, al aan een verhaal van het tweede type: 'Invasions et chuchotements'.